zaterdag 29 oktober 2011

Hiep hiep hoera voor Ajay !


Ajay houdt van auto's en mr Bean

Joske maakt een .............

Joske heeft een touwtje meegenomen naar school.
Tijdens de kring laat Joske zien wat voor een figuren hij met het touwtje maken kan. 
Zijn parachute vonden wij het mooist.
Dat wilden we aan iedereen laten zien.

Kijk maar naar ons filmpje.





En laat je verrassen !


Joske leert dat allemaal van zijn OMA dat moet een Super Granny zijn !

Het filmpje was goed opgenomen en te zien in Media player maar op onze  blog staat het verkeerd .

Wie kan dit raadsel oplossen?

dinsdag 18 oktober 2011

Dit kennen we al na kern 1

Woorden:          ik - maan - roos - vis - sok – aan – pen - en- aan


                       


Letters:       m - r - v - i - s - aa - p - e


Deze woorden en letters zult u de komende tijd terugzien in het materiaal waarmee uw kind op school werkt.
Ze zijn belangrijk, omdat ze centraal staan in de voorleesverhalen én in het leesonderwijs voor de komende weken.

Aan de hand van deze woorden leert uw kind de letters.
Deze letters spreekt uw kind uit met hun klank, dus niet met de alfabetnaam van de letters.
Uw kind zegt dus mmmmm en rrrrr in plaats van 'em' en 'er'.
Het is heel belangrijk dat u dat ook doet!

Aan de hand van de oefeningen in de klas ontdekt uw kind langzaam maar zeker het systeem van ons schrift: woorden bestaan uit losse letters en met die losse letters kun je oneindig veel nieuwe woorden maken.

 'Vis' bestaat uit de letters v - i - s. Van 'vis' kun je heel makkelijk 'is' maken. En met de 'm' van 'maan' krijg je het woordje 'mis'.

Het lijkt zo simpel, maar voor kinderen is dit een heel belangrijke ontdekking.




Sommige kinderen ontdekken in de woorden niet alleen de letter die bij dat woord wordt aangeboden (zoals –r- van roos) maar ze ontdekken ook de klanken van de andere letters: -oo- en –s-. Voor sommige kinderen is het een extra uitdaging om ook met die letters te experimenteren.







Als deze kennis er niet spontaan is dring het dan niet op.  Het belast uw kind onnodig.                           

                          De basiskennis blijft alsnog het belangrijkst
  
                           

Dit kennen we na kern 2


In kern 2 leerden we :

                                                  Woorden:   teen - een - neus - buik - oog
                                                  Letters:       t – n – b – oo – ee




De letters i - m - r - v - s – aa - p – e zijn bekende letters geworden.







Deze woorden passen bij het thema: ‘Mijn lijf’.

Uw kind krijgt deze woorden aangeboden met behulp van een verhaal dat verteld wordt aan de hand van een reuzenboek.

In dat verhaal moeten twee kinderen naar zwemles, maar door een ongelukje komen ze daar niet terecht.

Naast het uitbreiden van de letterkennis, werkt uw kind ook aan de vaardigheden die nodig zijn om te kunnen lezen: woorden in stukjes hakken (letters of klanken) en die stukjes weer aan elkaar plakken tot een woord.

Met behulp van de tot nu toe geleerde letters kunnen ook andere woorden worden gemaakt dan bovenstaande woorden, bijvoorbeeld: vaar, kaas, pit, raam, boos.
Dat is een ontdekkingsreis met steeds meer ontdekkingen en uitdagingen. En ze vinden dat erg leuk!v


Zo leren wij rekenen

We gebruiken de methode: Wereld in getallen elke dag wordt er ongeveer 1 uur gerekend.

Dat betekent:
• gezamenlijke activiteiten met veel interactie.
• zelfstandig werken aan opdrachten.

De methode werkt in blokjes van 3 à 4 weken rond een thema ( bv. In het sprookjesbos, speelgoed, op de boerderij etc.).

Elk blok bestaat uit een aantal taken: Projecttaken en rekentaken.

- Projecttaken: samen bezig zijn.
- Rekentaken: deels nieuwe stof, deels zelfstandig werken.

Elke taak kent nog een extra opgave voor kinderen die snel klaar zijn.

Elke les wordt begonnen met automatiseren (vanaf januari).
Daarna volgt een introductie van een rekenopdracht/rekenprobleem.
Hierna kunnen de kinderen zelfstandig aan het werk.
Na elk blok volgt een toets. De leerkracht bekijkt die toets en maakt een plan.

Kinderen die moeite hebben met bepaalde opdrachten werken aan de herhalingslessen (meestal samen met de leerkracht).
Kinderen die de stof beheersen werken aan de verdiepingstaken (zelfstandig werken ).

Dit oefenen de kinderen tot januari:
- aanleren van begrippen
- leren van cijfersymbolen (+ koppeling naar de hoeveelheid)
- inzicht krijgen in erbij en eraf (splitsingen en bussommen)
- automatiseren sommen tot 5 (splitsingen en bussommen)
- tellen tot 20 (vooruit en achteruit)
- getallenlijn tot 20 kunnen hanteren (tellen met sprongen, terugtellen)

Hier wordt vanaf januari aandacht aan geschonken:
- splitsen van getallen tot 10
-  = (is evenveel als)
- automatiseren sommen tot 10
- tellen vanaf 20
- getallenlijn vanaf 20 kunnen hanteren

De methode hanteert schema’s en modellen om een brug te slaan tussen werkelijkheid en wiskunde, m.n.:

Getallenlijn



Busmodel












pijlentaal

hierbij gebruiken we eraf en erbij in plaats van plus en min

 




rekenrek



Wij leren lezen in groep 3

Tijdens onze ouderavond hebben we ‘Een dag in groep 3’ doorgenomen met de ouders op het digibord.
Het leren lezen staat centraal in groep 3 vandaar deze toelichting over de leesmethode die we hiervoor gebruiken.

We werken met de methode "Veilig Leren Lezen"
Veilig leren lezen bestaat uit twaalf kernen, die zijn opgebouwd uit de fasen: introductie, kerninstructie, inoefening en verwerking.


        De basis van Veilig leren lezen is de zogenoemde structuurmethode.

                                    

Door zorgvuldig gekozen woorden veelvuldig te structureren (ontsleutelen en samenvoegen) leren kinderen:

- dat een woord uit klanken bestaat;
- dat die klanken door grafische tekens worden weergegeven;
- dat je nieuwe woorden kunt lezen door tekens van een woord te verklanken en die klanken samen te 
   voegen tot een woord.

                       

Beginnende lezers moeten letterlijk ervaren dat woorden uit afzonderlijke letters bestaan.
Ze moeten dit ervaren door het te zien, te horen, uit te spreken en op te schrijven.

De structureerwoorden voldoen aan de volgende criteria:
- ze bestaan uit afzonderlijke klanken die je kunt 'aanhouden'. (mmmm...aaa...nnn).
- ze zijn klankzuiver (wat je ziet is wat je hoort);
- het zijn woorden waarvan jonge kinderen zich een concrete voorstelling kunnen maken.

Oefenen met nieuwe woorden
De structureerwoorden zijn slechts een middel om het doel (leesvaardigheid) te bereiken.
Nadat we aan de hand van een structureerwoord een letter hebben geïntroduceerd, gaan de leerlingen al snel zelf nieuwe woorden vormen met alle letters die ze op een bepaald moment kennen.

Veel aandacht voor automatiseren
Bij het leren lezen is verreweg de meeste tijd nodig voor het proces van automatisering.
Veilig leren lezen besteedt hier vanaf het begin veel aandacht aan.

Dit gebeurt met betrekking tot de automatisering van de letter-klankkoppelingen onder andere met materialen als:
- de structureerstroken
- de letterlijn
- de woorden- en letterdoos
- het klikklakboekje
- Veilig en Vlot boekjes


Op bepaalde momenten toetsen we het lezen van de kinderen d.m.v:

- De Herfstsignalering
  (na kern 3)
- De Wintersignalering
  (na kern 6)
- De Lentesignalering
  (na kern 8)
- De Eindsignalering
   (na kern 11)


 Verder werken we intensief met het computerprogramma van Veilig leren lezen.

Het programma bestaat ook uit twaalf kernen.
De leerlingen kunnen zelfstandig aan de slag met het programma. Zoem de bij maakt ze wegwijs!
De computer registreert de vorderingen en er kan op elk tijdstip een foutenanalyse gemaakt worden.

Zo kunnen we het leesproces van de kinderen optimaal volgen en begeleiden.